Doopsgez. geslacht uit Grouw. Rinse Ruurds Coopmans (1709-1789) had twee zoons: 1.
Claas (1739-1793), boterkoper te Grouw en doopsgez. leraar te Lwd. (1772-93). Diens zoon was prof.
Rinse K., sinds wie deze tak zich met K. schrijft. Zijn tak bleef buiten Frl.
Een deel voert samengestelde namen, o.a. Cnoop K. 2.
Ansco (17461810), wiens tak zich met C bleef schrijven, tot ca. 1900 in Frl. vertegenwoordigd bleef, maar in mannelijke lijn uitgestorven is.Zie: Ned. Patr.xl (1920), 124; v. d. Aa vii (K), 105; N.B.W. ix, 546; x, 487; B.W.P.G. v, 206-216; Menu. Encyclopedia 1 (1955), 709; iii (1957), 224.