Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

KIEVIT

betekenis & definitie

(Fr.: Ijip, loep, liep, kivyt in het zuiden; het mannetje: hij, hijke, dld-hij, doffert; het wijfje: sij, sijke, douke, Ijipke, jok, jokje). Zeer algemene broedvogel, de Fr. weidevogel.

In Frl. mogen de eieren tot 20 apr., in de andere provincies tot 13 apr. worden geraapt. Deze bij uitstek Fr. sport eist scherp opmerken en grondige kennis van de K.

Alle lagen der bevolking nemen er aan deel. Vier eieren in een nest heet een 'broed'.

Na 20 apr. wordt de K. zo beschermd, dat de stand nog vooruitgaat. —> Eierzoeken; zie ook Compendium: Dieren en planten. EERSTE EI. ‘Op sinte Geartrúd (17 mrt.) moat it earste ljippe-aei der út' (op Sinte-Geertruid moet het eerste K.s-ei eruit).

Dit volksrijmpje klopt niet geheel met de werkelijkheid: de gemiddelde datum voor het eerste K.s-ei is 20 mrt.In de laatste 61 jaar was de vroegste datum 9 mrt. (1912) en de laatste 29 mrt. (1917, 1955). Aan de hand van vinddata over 18971947 is het K.N.M.L het eventuele verband nagegaan tussen, het weer en deze datum. Inderdaad bleek de gemiddelde dagtemperatuur tussen 1 en 5 mrt. en (in mindere mate) die tussen 5 en 10 mrt. van invloed, en wel zodanig, dat, met elke graad Celsius boven of onder de normale temperatuur, het eerste ei 1 à 1 ½ dag voor, resp. na de gemiddelde datum wordt gelegd. Sinds 1950 publiceert het K.N.M.I. tegen 10 mrt. een voorspelling omtrent het eerste A'.s-ei, met een ‘speling’ van twee dagen. Behalve in 1957 zijn die voorspellingen uitgekomen.

< >