Zilver, gebruikt in de eredienst. Uit de M.E. is alles op enkele miskelken, een beker, een hostiedoosje na na 1580 verdwenen.
Na 1600 ontstond opnieuw rooms K., vooral kelken, ten dele in Frl. vervaardigd door meesters als Jarich en Johannes van der Lely, Claes Baerdt, ten dele uit Vlaanderen en Brabant ingevoerd. Later ook lampen, reliekhouders, kandelaars, wierookvaten.
Van het oudeK. zijn enkele stukken in aartsbisschoppelijk en Fr. Museum; het meeste is in de parochies. Het werk volgt de tijdstijl tot aan de neogotiek. Sedert overheerst werk van buiten Frl., tegenwoordig vooral van Brom in Utrecht. Het jongere K. is vaak verguld, z (voor prot. K.) Avondmaalszilver.
Zie: Cat. Jubileumtent. ‘Vijf eeuwen kerkelijke kunst’ (1947), nrs. 113-185.