Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

IJZEREN KOE

betekenis & definitie

(IJ.K.). In de 19de eeuw nog deel van sommige predikantsinkomens : een variërend bedrag in geld dat bij vertrek of overlijden terugbetaald moest worden.

De uitdrukking gaat terug op de opbrengst, die de geestelijke tijdens zijn ambtsperiode van een echte koe genoot; ook deze koe - of een andere moest worden achtergelaten (dit kwam ook wel bij pachters voor, die ook vee van de landheer in gebruik hadden). Van dit vee werd gezegd: ‘IJ.K.en sterven niet’, waarbij dus ijzeren figuurlijk werd verstaan. Hiernaast bestaan allerlei gegevens over een koe van ijzer, waarvan de onderlinge samenhang noch die met de bovenstaande geheel duidelijk is: a. in bepaalde gevallen schonk men in Frl. bij een sterfgeval een koe aan de kerk ; b. in Saksen en Frankenland reed men met koeien of ossen voor de wagen waarop de kist stond ; c. enkele Zweden slachtten nog in de 19de eeuw schaap of kip bij een begrafenis, maar vroeger een os; d. er zijn in het heidendom voorwerpen, kleine poppen en dieren meegegeven in het graf, of soms alleen een poos bij het graf gezet, opdat de dode zich thuisvoelen zou ; c. er is in Frl. (Britswerd) een kleine koe van ijzer mee naar het kerkhof genomen (bij Schotanus, 1664) ; IJ.K. er bestond verband tussen de IJ.K. (levend of geld) en de gebeden die de geestelijke voor de ziel van de dode moest verrichten.

Met andere woorden, de koe van ijzer heeft te maken met dominees IJ.K. De hele zaak (en het woord IJ.K.) heeft een heidense achtergrond. Of het verband rechtlijnig van de geslachte offerkoe via de IJ.K. op het graf en de levende bij de priester op stal naar predikantsemolumenten tot in de 19de eeuw loopt, is nog niet duidelijk.

Zie: I.H. xxv (1947), 251-255.

< >