In een H. is dorp of buurschap vrijwel onveranderlijk ingedeeld in gelijkwaardige hoeven met gelijke rechten en plichten (zelfs als door vererving, naasting, overdracht bijv. dubbele, halve, kwarthoeven ontstaan, is de volwaardige hoeve lang te herkennen). In Frl. zijn sporen van H. op Ameland en om het Bergumermeer.
Over de ouderdom van het H. zijn de meningen verdeeld.Vroeger meende men, dat het terugging op de oudste vorm van bodemverdeling bij de Germanen (op den duur steunend op een marke, als nl. de verspreiding van elke plaats over een ees en al of niet gemene finnen en mieden gemeenschappelijk beheer eist, dus bijv. niet bij doorgaande plaatsen). Thans overweegt men, of H. niet wijst op een vrij jonge grondheerlijke mark; H. zou dan alleen in een grondheerlijk kolonisatiegebied te vinden zijn. Hierop wijst:
a. het woord ‘hoeve’, in de M.E. meest gebruikt voor een schatplichtige hoeve;
b. de straffe organisatie, nodig voor H.;
c. de regelmatige perceelsindeling, die men steeds bij een H. vindt;
d. (voor Frl.) dat Ameland een heerlijkheid en de streek om het Bergumermeer ontginningsgebied van het Bergumer klooster was.
Zie: Zeitschrift Savigny Stiftung, Germ. Abt. 53 (1933); F. Lutge, Die Agrarverfassung des frühen M.A. (1937); Festschrift A. Dopsch (1938); Zeitschrift Savigny Stiftung, Germ. Abt. 68 (1951); voor Frl.: O. Postina, De Fr.
Kleihoeve (1934); Vr. F. xxxix (1948), 26-48; D. J. Cuipers, De gemeene Dorpsgronden in Oostergo (1949), 53 e.v.; Vr. F. XL (1950), 62-67.