Schutting van tenen of rijshout bij een eendenkooi. Vroeger:
a. eendenkooi met één pijp;
b. gevlochten koeschutting;
c. bewaarplaats (bijv. appel-H.). zie Gielgoerde.
Gepubliceerd op 22-01-2020
betekenis & definitie
Schutting van tenen of rijshout bij een eendenkooi. Vroeger:
a. eendenkooi met één pijp;
b. gevlochten koeschutting;
c. bewaarplaats (bijv. appel-H.). zie Gielgoerde.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: