Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

HARDRIJDEN (op de schaats)

betekenis & definitie

Evenals vele andere wedstrijden, was H. vroeger volksvermaak. Wedstrijden, georganiseerd door dorpskasteleins, zijn bekend sinds ca. 1750.

Er was één prijs, die werd ‘vereerd’: een zilveren of met zilver gemonteerd voorwerp (messen, tabaksdozen, sigarepijpjes enz.). Later kwam er een bescheiden ‘premie’ voor degene die er in de eindstrijd door de prijswinnaar werd afgereden.

Bij de eerste geldprijzen in de 19de eeuw bedroeg de premie slechts ongeveer een kwart van de prijs. Het H. begon als ‘mannelijke’ krachtmeting, later kwamen er wedstrijden voor paren (man en vrouw) en, zeer sporadisch, wedstrijden voor vrouwen (de eerste te Lwd. in 1805 en i8og).

Ca. 1800 begonnen ook commissies uit de notabelen hardrijderijen te organiseren op vaarten of ondergelopen landerijen. Speciale ijsbanen waren er niet.

In 1840 is de eerste ijsclub opgericht (Dokkum); vele volgden. De meeste clubs lieten ijsbanen aanleggen.

Thans zijn er in Frl. meer dan 200 ijsclubs met banen. zie Ijsclubs.Zie: S.H. Hylkemain: Ned. Handb. voor ijssport (1887); W. Mulier, Wintersport(i893); J. en M. Castelein, Op iiz’ren wjukken (wedstrijduitslagen tot 1856) (1936).

Kortebaanrijderijen. De hardrijderijen op de schaats, zoals die nu al meer dan anderhalve eeuw in Frl. (en ook elders) worden gehouden. De officiële baanlengten zijn voor mannen en juniores (17-19 jaar) 160 m; voor vrouwen en jongens tot 17 jaar 140 m; voor meisjes tot 17 jaar 120 m. Van 17 jaar af behoort men tot de mannen of tot de vrouwen. Er zijn onderscheiden variaties wat betreft de aard der rijderijen, bijv. ook veel voor paren (man en vrouw). De Bond van Ijsclubs in Frl. laat ieder jaar vijf ijsclubs onder zijn auspiciën de prov. kampioenschappen organiseren.

Kampioenschappen mannen: Thijs Klompmaker, Oudehaske, 1925-26, 1927-28; Jolle de Jong, Snikzwaag, 1928-29, 1932-33; Barend van der Veen, Warga, 1933-34, 1940-41 (vorengenoemden deels Nederlands kampioenschap) ;SjoerdZeldenthuis, Joure, 1938-39,1945-46; Berend Hof, Gaastmeer, 1939-40,1941-42,1946-47; Jan Pomper, Haulerwijk, 1947-48, 1949-50; Geert Dijkstra, Nij Beets, 1953-54, 1955-56; Jan Heitbrink, Huizum, 1954-55.

Nederlandse kampioenen: Sjoerd Zeldenthuis, 1939-40; Berend Hof 1940-41. Sinds 1941 is het Nederlands kampioenschap mannen niet weer door een Fries behaald.

Kampioenschappen vrouwen: Geeske Woudstra, Doniaga, 1928-29 (onofficieel Nederlands kampioenschap); Sjoukje Bouma, Grouw, 1932-33; Grietje Bijlsma, Eemewoude, 1933-34; Antje Koopmans, Oosterwolde, 1939-40; Sietske Pasveer, Akkrum, 1940-41; Fokje van der Velde, Marsum, 1941-42; Ike Nienhuis, Makkinga, 1945-46, 1946-47, 1947-48; Joke Hoekstra, Siegerwoude, 1949-50; Annie van der Meer, Tjalhuizum, 1949-50, 1954-55; Tine de Vries, Kortezwaag,

195354 5 Martha Wierenga, Lwd., 1955-56.

Het Nederlands kampioenschap korte baan sinds 1939 steeds door Friezinnen behaald: Sietske Pasveer, 1939-40; Antje Koopmans,

194041; Fokje van der Velde, 1941-42; Ike Nienhuis, 1945-46, 1946-47,1947-48; Martha Wierenga, 1953-54,1955-56; Tine de Vries,
195455.

Kampioenschappen juniores: Jan Heitbrink, Huizum, 1953-54; Wiebe Wijnja, Uitwellingerga, 1955-56.

Kampioenschappen jongens tot 17 jaar: Jac. de Vries, Terhome,

194142; Gerrit Venema, 1945-46; Jan Verhoeff, Echtenerbrug, 194647; H. Bangma, Nijeholtpade, 1953-54; Geert Regts, Nieuwebrug, 1954-55, I955-56.

Kampioenschappen meisjes tot 17 jaar: Aaltje Nauta, Wartena, 194546; Tine de Vries, Kortezwaag, 1946-47; Jeltje Haanstra, Katlijk, 1947-48; Martha Wierenga, Baard, 1950-51; Attje Deelstra, Grouw, 1953-54, 1954-55; Ieuwkje Hoekstra, Nijekome, 1955-56.

Zie:D. M. v. d.Woude, Vrouwen in de hardrijdersbaan (Assen 1948). Langebaanrijderijen. Veel minder vaak gehouden, en veel later in zwang gekomen dan de wedstrijden op de korte baan. Afstanden 500-10 000 m. Langebaankampioenschappen. Het Fr. kampioenschap is behaald door; A. van der Wely, Lwd., eerste officieuze wedstrijd 12.1.1893 te Heerenveen; H.

Kalt, Lwd., eerste officiële wedstrijd n.2.1907 te Heerenveen (door regen kon alleen de 500 m worden gereden); W. H. Taconis, Sappemeer, 1917; W. H. Taconis, Amsterdam, 1922; L. Dijkstra, Akkrum, 936-37 te Heerenveen; Jan Breed, Amsterdam, 1947-48 te Heerenveen; Jan Charisius, Lwd., 194950 te Heerenveen; Jeen van den Berg, Nij Beets, 1950-51 te Lwd.; Theo Dijkstra, Heerenveen, 1953-54 te Kortezwaag; Jeen van den Berg, 1955-56 te Beetgumermolen; Jeen van den Berg, 1955-56 te Heerenveen.

Hardrijdersgeslachten. Sommige families hebben erfelijke aanleg voor bijzondere prestaties op de schaats, bijv. het geslacht De Vos-Hellinga-Velstra (Oudkerk), Castelein (Tietjerk-Wartena), Kingma (Grouw), Van den Berg (Rijperkerk), de zusters Engelsma (Oldeboom), Boukje Veenstra (Witveen), Jitske de Boer en Joukje de Boer (Boornbergum), grootmoeder, dochter en kleindochter. Voorts de families Koning (Monnikeburen), Hofstee (Scherpenzeel), Slof (Joure), Wester (Eernewoude), Jouke Schaap (Kortezwaag) en kleinzoon Thys Klompmaker (Oudehaske), de Hemminga's (OldeboomBeetsterzwaag), zusters Nienhuis (Makkinga), Hoekstra (Siegerswoude), Van der Mei (Langezwaag), familie Wierenga (Baard), Rinsma (Warga). M., D. Zie: J. H.

Rijpkema, Hardrijders en hardrijdsters (1936); D. M. v. d. Woude, Vrouwen in de hardrijdersbaan (Assen 1948); W. Tsj. Vleer, Het Oudkerker hardrijdersgeslacht (1955).

< >