Boerengeslacht uit Goïngarijp, in de 17de eeuw ambtenaren der Fr. admiraliteit en in de 18de in de regering te Harlingen en Sneek. De oudste tak (o.a. de broers Thomas en Tjalling, bekende glasschilders) tot ca. 1900 in Frl.
Nu wrsch. uitgestorven. De jongste tak verliet Frl. na 1800 en vestigde zich merendeels in Ned.-Indië en Suriname.Zie: Ned. Patr. m (1912), 121; N.B.W. 1, 955; x, 290.
—, Thomas Harmens, glasschilder (Sneek 2.7.1730Lwd. 19.3.1814). Werkte te Sneek samen met zijn broer Tjalling (Sneek 9.11.1736-12.12.1813). Hij schilderde zijn zuster Jetske (1748). Werk van beiden in Ned. herv. kerk Akkrum (1761-62).
Zie: N.B.W. x, 290; Nw. Frl. (13.11.1948).