De visserij op G. wordt tegenwoordig meestal uitgeoefend door twee zgn. G.-korren op zij van een vissersvaartuig te slepen.
Dit zijn zakvormige netten, opengehouden door een paal, waarvoor zich een snoer houten rollen over de grond beweegt, die in de grond verborgen G. opjaagt, zie Vistuig.G. trekken elke zomer vanuit de Noordzee de Waddenzee in, de kleine mannetjes het verst. De G.-vissers bleven vroeger dicht bij de havens vissen. Nu wagen zij zich steeds verder en gaan zelfs ’s winters de Noordzee op; hierdoor wordt de stand aan wijfjes zwaar bevist. De gevangen G. zeeft men aan boord; de grootste dienen voor menselijke consumptie en worden direct gekookt; de kleinste dienen voor vismeelfabricage en worden rauw aangevoerd. Veel van de consumptieG. worden geëxporteerd; een groot bezwaar is de geringe houdbaarheid. In Harlingen werden in 1955 ca. 1,2 miljoen kg consumptie-G. aangevoerd, ter waarde van ca. ƒ 800 000, en ca. 3 miljoen kg G.-puf, ter waarde van ca. ƒ 170 000. Ook Dokkumer Nieuwezijlen is aanvoerhaven. zie Dokkumer grenaten. —> Harlingen.