Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

FRANSE LEENWOORDEN

betekenis & definitie

Naast de F.l. die het Fr.

met het Hollands gemeen heeft, zijn er een aantal die het Fr. wél, het Flollands niet heeft. Ze zijn in vorm meest sterker gewijzigd dan de eerste groep, en vaak heeft het woord zich beperkt wat gebruik, inhoud of gevoelswaarde betreft:

risselwaesje meitsje (résolution), zich klaarmaken, vooral om naar bed te gaan; earne regaed op meitsje (regard), ergens in voorzien; rampoai (rompu), stuk; avesearje (avancer), voortmaken; reboelje (rébellion), drukte; immen tantsje (tenter), iemand polsen; wisnsje (usance), gebruik.

Deze groep is vrij groot; oorsprong en ontwikkeling zijn nog onvoldoende onderzocht (speelt volksetymologie soms een rol?); vele F.l. zijn al vóór de Franse tijd ingeslopen, er is o.a. invloed van het hof. Zie: De Gids CVII, II, 79-88.

< >