Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DUIRSMA (Duursma)

betekenis & definitie

Martinus, theoloog (Drachten 1678-20.7.1740). Lid van een geslacht dat herhaaldelijk in de reuk van onrechtzinnigheid stond.

Predikant te Drachten (1709-40). Tegen de kinderdoop.

Niet onberispelijk van wandel. Gaf met D.

Duirsma, A. Geukama en H.

Mentes een catechisatieboekje uit ‘het boekje der vier predikanten’: Kort onderwerp vayi de leere der waarheid, die na de godzaligheid is (1718) (herhaaldelijk herdrukt).Zie: B.W.P.G. II, 647-648.

< >