Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DIJK, Willem Jans

betekenis & definitie

onderwijzer (Bergum 15.2.

1881-). Sinds ca. 1910 te Den Haag. Tevens schilder en graficus. Wenken van D. Nijland en P. Arntzenius, avondlessen Haagse Academie. Houtsneden en etsen, later schilderijen en aquarellen. Vooral havens en schepen. Fijn afgestemde natuurimpressies.

Zie: Mak v. Waay, Lex. Ned. schilders en beeldhouwers (1944); H. E. v. Gelder, Honderd jaar Haagse schilderkunst (1947). DIJK, Douwe van, theoloog (Blija 17.12.1872-).

Sedert 1920 geref. predikant te Groningen, sedert 1944 volgens art. 31 K.O. Actief in het Kristl. Fr. Selskip, preekte en sprak veel in het Fr.

Zie: Leeuw. Cour. (17.12.1957).

< >