De mode van bruiloftsgedichten ontstaat in de 16de eeuw (oudste Ned. voorbeeld in Gent, 1558). Vondel schrijft zijn eerste B. in 1605 en dan komt Frl. met Woatir in Tialle (1609); wrsch. is Ansck in Houck uit dezelfde tijd.
Het fraaiste B. isG. Japicx’ Tjerne. Het B. was aanvankelijk bestemd voor de hogere standen, maar komt vrij gauw ook verder in gebruik. Nog altijd is het in zwang, zij het zelden meer in de dramatische vorm.
Zie: inleidingen bij Ansck in Houck (uitg. J. H. Brouwer en W. G. Hellinga, 1935) en Woutir in Tialle (uitg.
J. H. Brouwer, 1939); verder Het Boek (1936).