Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

BOERENDORP

betekenis & definitie

Dorp van uitgesproken agrarisch karakter, waar dus de boeren het ‘gezicht’ bepalen. Zuivere B.en met uitsluitend boeren zijn uitzondering (Janum, Eagum, Hennaard); meestal zijn er ook enkele andere groepen (kort na 1500 al ambachtslieden en koters, later arbeiders en winkeliers).

Tengevolge van de dreigende ontvolking van het platteland naderen deze licht gemengde B.en weer tot het zuivere type, waaruit alle Fr. nederzettingen (behoudens enkele kustplaatsen, veenkolonies, vlekken en arbeidersdorpen) zijn gegroeid. Van de bijna 400 dorpen valt thans ca. 58 pct. onder de ‘zuivere’ en ‘licht gemengde’ B.en, ruim 30 pct. meer onder de middenstandsdorpen.

Naarmate de B.en zuiverder zijn, is de bevolking meer traditionalistisch, zie Volkskarakter.

< >