(Koog 1868-Rhenen 1923). Beeldend kunstenaar, kunstschilder.
Jan Adam Zandleven werkte tot zijn 34e jaar voor de verffabriek van zijn vader. Deze had hem belet een bestaan als kunstenaar te kiezen. In 1902 kwam het, mede hierdoor, tot een breuk met zijn familie. Hij vestigde zich in het oosten van ons land, achtereenvolgens in Gorssel, Hengelo (Gelderland), Putten en Rhenen. Hoewel hij autodidact was, werden zijn kwaliteiten snel erkend. Zo kreeg hij steun van de bekende kunstdeskundige H.P.
Bremmer, terwijl de Utrechtse schilderijenhandelaar P. Gerbrands hem een contract aanbood dat hem van financiële zorgen ontlastte. Sindsdien ontwikkelde Zandleven zich tot een kunstenaar met een geheel eigen stijl en visie. Doorgaans wordt hij tot de ‘pointillisten' gerekend, schilders die het beeld op hun doek opbouwen door het dicht opeen plaatsen van vele kleine kleurvlekken. Schilderijen van de Zaanstreek zijn van Zandleven niet bekend. Zijn werk bevindt zich in bijvoorbeeld het Rijksmuseum te Amsterdam en het Kröller-Müller in Otterlo (dit laatste bezit ruim 20 van zijn werken).