Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Zaans Groen

betekenis & definitie

Gebruikelijke aanduiding van de groene kleur waarin houten gevels, enz. werden en vooral tegenwoordig worden geschilderd.

In de praktijk bestaat in dit ‘Zaans Groen’ tamelijk veel variatie, de kleur is niet nauwkeurig te definiëren; de aanduiding Zaans Groen is daardoor meer een kwestie van spraakgebruik. Wellicht werd ooit voor groene verf gekozen uit economische overwegingen, daar deze kleur duurzamer zou zijn dan andere. Gezegd wordt dat het groene pigment een sterkere verdunning met lijnolie mogelijk maakte dan andere droge pigmenten. ‘Uit bestekken en rekeningen valt af te leiden dat de groene kleur van de Zaanse huizen en gebouwen in de 18e eeuw is ontstaan. Voordien waren meer kleuren in gebruik. Er is misschien een verband met de komst van de klokgevels. Aan het einde van die eeuw en vooral in de 19e eeuw komen we meer regelmatig namen tegen als Fries Groen en Spaans Groen.

Het oorspronkelijke teren van de huizen is echter heel lang als bescherming van het buitenhout in gebruik gebleven. De eerste kleuren aan de huizen, die betaalbaar waren ter vervanging van teer, waren loodwit, loodmeme, dakpannenrood en dodekop’ (S. de Jong en J. Schipper in ‘Gebouwd in de Zaanstreek’, Wormerveer 1986).

Zaans Groen (letterkunde)

Naam van een ‘literair cultureel tijdschrift’ waarvan aan het eind van de Tweede Wereldoorlog (1944 en ’45) vier afleveringen verschenen. Het stond onder redactie van Fred van Enske (pseudoniem van Anton Oosterhuis), Siem Sjollema, Klaas →Woudt en Mart Woudt en bevatte gedichten, proza en enkele essays. Het blad was opvallend mooi geïllustreerd met onder meer litho’s van de toen 20-jarige en later als graficus bekend geworden Ru van →Rossem. Medewerkers aan Zaans Groen waren onder vele anderen Marcus →Bakker en Ber →Hulsing Literatuur: dr. P. Calis, Het ondergronds verwachten, schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945, Amsterdam 1989; Dirk de Jong, Het vrije boek in onvrije tijd, Leiden 1958; Lisette Lewin, Het clandestiene boek, Amsterdam 1983.

< >