Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Orgels in de Zaanstreek

betekenis & definitie

Onderstaand artikel geeft een overzicht van de in de Zaanstreek aanwezige (of aanwezig geweest zijnde) orgels door de tijden heen. Door het ontbreken van grote steden in de streek zijn er ook geen grote kerken gebouwd.

Daardoor waren in de Zaanstreek geen grote orgels aanwezig. Het orgelbestand was echter wel altijd van goede kwaliteit.Orgelbouw ‘van eigen grond' heeft de Zaanstreek in het verleden overigens niet gekend. Alle orgels werden gefabriceerd door orgelmakers uit andere regio's, waarbij Amsterdam een grote rol speelde. Maar ook werk van verder weg wonende orgelmakers drong tot de Zaanstreek door. In 1903 kwam daar verandering in door de vestiging van de orgelmakerij van H. W. Flentrop, welk bedrijf als Flentrop Orgelbouw nog steeds bestaat. Tenslotte wordt de ‘orgelhandeL aangestipt: de aan- en verkoop als gevolg van kerksluitingen of andere omstandigheden.

17e eeuw

De orgelhistorie van de Zaanstreek gaat in elk geval terug tot de 17e eeuw. Tastbare overblijfselen uit die tijd zijn er niet meer. Om te beginnen is er echter een intrigerend stukje dat de orgelhistoricus Hess schreef in zijn dispositieverzameling van 1774 over een orgel in de kerk van het dorp Wormer. Deze grote gothische kruiskerk moet een orgel bezeten hebben dat als drieklavierswerk was opgezet, maar nooit voltooid zou zijn. Volgens Hess was de orgelmaker door oorlogsomstandigheden (de Tachtigjarige Oorlog) voortijdig in zijn werk gestoord. Veel meubilair uit die oude kerk is nu te vinden in de kleine zaalkerk, die in het begin van de 19e eeuw gebouwd is. Van het orgel zelf ontbreekt elk spoor.

Ook de lutheranen in Zaandam hebben in de 17e eeuw al een orgel gehad. Dit werd in 1699 in de nieuwgebouwde kerk overgebracht.

18e eeuw

Over de orgelmakersactiviteiten gedurende deze periode zijn we beter ingelicht. Er is gelukkig ook meer bewaard gebleven. Zeker is echter dat ook veel werk uit deze periode verdwenen is.

De vroegste 18e-eeuwse orgels bevinden zich in de Westzijderkerk en de evangelisch lutherse kerk te Zaandam.

Het orgel in de Westzijderkerk werd gebouwd door Johannes Duyschot in 1711. Helaas werd het in 1900 door Steenkuyl uit Amsterdam van een vrijwel nieuw pneumatisch binnenwerk voorzien. In 1976 werd het orgel naar de oorspronkelijke opzet van Duyschot door Flentrop Orgelbouw gerestaureerd.

Het orgel in de ev. lutherse kerk aan de Vinkenstraat werd in 1737 gebouwd door Christian Müller. De orgelbouwer Maarschalkerweerd maakte in 1900 een nieuw pneumatisch orgel in de fraaie kas van Müller. Enkele fragmenten van Müller-registers bleven bewaard. Ook aan het Maarschalkerweerdorgel moeten grote kwaliteiten worden toegeschreven. Het is opvallend dat het werk uit de vroege 18e eeuw werd gemaakt door orgelbouwers die in hun tijd tot de besten konden worden gerekend. Ook in de tweede helft van de 18e eeuw kwamen orgelmakers van grote kwaliteit in de Zaanstreek werken.

Nu kwamen zij echter van grotere afstand. Amsterdammers (als Strumphler bijvoorbeeld) kwamen er niet aan te pas.

In 1783 voltooide J.P. Kunckel uit Rotterdam een groot nieuw orgel in de Friese doopsgezinde kerk aan de Westzijde te Zaandam. Het is een orgel van grote omvang en bezit een rijk scala aan fluitregisters naast een klein prestantenkoor. Met de plaatsing van de klavieren aan de rechterzijkant, schaarde dit orgel zich in de rij van de meest modem geconstrueerde orgels van die tijd. Johannes Mitterreither uit Leiden maakte in 1786 een tweeklaviers orgel voor de Rooms Katholieke Statie van St. Bonifatius te Zaandam.

Het orgel siert vanaf 1900 de huidige, neo-gotische en ook goedklinkende St. Bonifatiuskerk aan de Oostzijde. Het werd in onze eeuw door de orgelmakers Vermeulen te Alkmaar gerestaureerd.

Veel plaatsen in de Zaanstreek bezaten in de 18e eeuw reeds een schuilkerk voor roomskatholieken. Bekend is dat veel van deze kerken ook een orgel bezaten. Van dit orgelbestand is hoegenaamd niets meer over. In de voormalige r.k.-kerk van Krommenie (gesloopt in de jaren ’60) was een orgelkas van Reichner met enkele fragmenten van de oorspronkelijke registers. De kas staat thans in de Lodewijkskerk te Leiden; de oude pijpen zijn in het nieuwe elektro-pneumatische orgel opgenomen. In de huidige neo-romaanse r.k. parochiekerk van Assendelft is ook nog iets van de oude orgelhistorie aanwezig.

Het 18e-eeuwse schuilkerk-orgel werd in de vroege 19e eeuw van een nieuw 8-voetsfront voorzien. In die nieuwe kas maakte J.J. Vollebregt een nieuw tweeklaviers orgel in 1963, en dit instrument werd in zijn geheel, behoudens enkele wijzigingen, in de huidige kerk geplaatst. Een zeer fraai orgel met, gezien de oorspronkelijke omgeving, voornamelijk ‘kamermuzikale’ kwaliteiten.

19e eeuw

Rond 1840 begon de stroom van activiteiten op het gebied van de orgelbouw die heeft geleid tot het grootste deel van het huidige orgelbestand in de Zaanstreek.

In 1838 werd door Jonathan Bätz een tweeklaviersorgel geleverd aan de doopsgezinde kerk aan de Oostzijde te Zaandam. In 1860 vond dit orgel een plaats in de nog bestaande doopsgezinde kerk. in de volksmond 'De Doofpot' genoemd, vanwege de achtzijdige vorm (thans apostolische kerk). Het fraaie Bätz-orgel klonk voortreffelijk in deze kerk, reden waarom hier wel concerten werden gegeven. In 1954 werd het orgel na verkoop van de kerk tijdelijk opgeslagen in de doopsgezinde kerk aan de Westzijde. Uiteindelijk heeft het een plaats gevonden in de hervormde kerk van Krommenie. Jammer is het echter dat het daar aanwezige orgel, dat ook van bijzonder gehalte was. moest wijken.

Dat was een instrument van G.H. Quelhorst, met een neo-gothische kas. gemaakt in 1844. Weliswaar waren in de loop der tijd wijzigingen in het instrument uitgevoerd, maar de hoofdlijnen van het orgel waren in grote mate aanwezig. Dat dit niet tijdig onderkend is, valt zeer te betreuren.

De Amsterdamse orgelmaker H. Knipscheer maakte in 1846 een tweeklaviersorgel voor de hervormde kerk te Wormerveer. Helaas werd in 1927 door H. W. Flentrop een ingrijpende verbouwing uitgevoerd. De orgelkas en een gedeelte van het pijpwerk dateren nog uit 1846 en vormden de aanleiding tot een reconstructie die in 1983 door Mense Ruiter werd uitgevoerd.

Een prachtig orgel, eveneens met twee klavieren en aangehangen pedaal, werd in 1858 door Knipscheer gemaakt voor de hervormde kerk van Oostzaan.

De Amsterdamse orgelmaker P. Flaes heeft verreweg het grootste stempel gedrukt op de Zaanse orgels. Vroeg werk van Flaes betreft vooral restauraties. Als zodanig is hij werkzaam geweest in de lutherse kerk en de Westzijderkerk te Zaandam en was hij betrokken bij de voltooiing van het Quelhorst-orgel te Krommenie. Zijn eerste orgel kwam tot stand in de doopsgezinde kerk te Wormerveer in 1855. In 1863 kwam het orgel van de Oostzijderkerk te Zaandam gereed.

Het werd gekeurd en ingespeeld door de bekende Haarlemse organist en componist Joh.G. Bastiaans. Het was het eerste orgel in de Oostzijderkerk. In 1865 bouwde Flaes een klein tweeklaviers orgel in de hervormde kerk te Wormer. Verder worden nog genoemd: de Flaes-orgels in de hervormde kerk te Westzaan (1866); doopsgezinde kerk te Koog (1870); en hervormde kerk te Zaandijk (1879), later overgeplaatst (en helaas gewijzigd) naar de hervormde kerk van Westbroek. Flaes werkte veelvuldig samen met orgelbouwer Brünjes (o.a.

Wormerveer). Intussen kwam ook weer werk van orgelmakers uit andere regio's in het vizier. De roem van de orgelmakers uit Leeuwarden drong door tot de Zaanstreek.

L. van Dam en Zn. maakten een éénklaviers orgel voor de doopsgezinde (Noorder-)vermaning te Westzaan. Bakker en Timmenga maakten een groot orgel voor de hervormde kerk in Assendelft in 1887, dat echter kort daarna door brand verloren ging. In 1896 werd door dezelfde orgelmakers wederom een groot tweeklaviersorgel met vrij pedaal voor de herbouwde kerk geleverd. Het was een uitstekend orgel, dat in de grote kerk voortreffelijk klonk. Het thans in de sterk verkleinde kerk herplaatste orgel komt helaas niet meer tot zijn recht.
20e eeuw

Het begin van de 20e eeuw was zoals we gezien hebben, desastreus voor twee van de belangrijkste historische orgels in de Zaanstreek. De periode daarna bracht ook weinig goeds. Veel pneumatische orgels werden gebouwd, waarvan een deel reeds verdwenen is en een ander deel door verbouwing gewijzigd.

Rond de jaren '50 trad een kentering op. Mede onder invloed van Flentrop Orgelbouw keerde men terug tot de ambachtelijk gemaakte mechanische orgels. Zo plaatste Flentrop Orgelbouw in de gereformeerde Noorder- en Zuiderkerk te Zaandam in 1953 twee éénklaviers orgels met vrij pedaal. In 1958 werd een dergelijk orgel door dezelfde firma geplaatst in de ned. hervormde Paaskerk te Zaandam. In 1963 bouwde Jos. Vermeulen een éénklaviersorgel met vrij pedaal voor de r.k.

St. Josephkerk te Zaandam en in 1965 een tweeklaviers orgel met vrij pedaal voor de r.k. kerk van Onze Lieve Vrouw te Zaandam. In 1986 werd voor de Gereformeerde Gemeente te Zaandam een tweeklaviers orgel van uitmuntende kwaliteit met vrij pedaal gebouwd door F. Elshout en J. Boogaard (leden van die Gemeente en medewerkers van Flentrop Orgelbouw).

Ook kan nog gewezen worden op een zeer fraai instrument dat geheel uit houten pijpen beslaat en in 1987 door Gerrit Klop uit Garderen werd gebouwd voor de ‘Rozeboom’ van het ziekenhuis ‘De Heel’ te Zaandam. Orgelhandel Een aantal belangwekkende orgels in de Zaanstreek is niet oorspronkelijk gebouwd voor de kerkgebouwen waarin ze thans geplaatst zijn, maar verkregen door aankoop van elders.

Het orgel dat thans als oudste instrument van de Zaanstreek geldt is op deze wijze in het Zaanse orgelbestand opgenomen. Het betreft het orgel van de oud-katholieke schuilkerk aan het Papenpad te Zaandam. Het is een viervoets orgel met het klavier aan de achterzijde, dat in hoofdlijnen zeer gaaf is gebleven. Het is een uiterst belangrijk voorbeeld van dit orgeltype, waarvan er veel zijn geweest, maar helaas ook vele zijn verdwenen. Het werd in 1809 aangekocht uit een Amsterdamse schuilkerk. Het dateert uit de vroege 18e eeuw en is thans dringend aan restauratie toe.

Een fraai front uit ongeveer dezelfde periode (1719) is te vinden in de oud-katholieke schuilkerk van Krommenie. Het binnenwerk is in 1933 geplaatst door H.W. Flentrop.

In 1883 werd het uit 1718 daterende Verhofstad-orgel uit de Kleine kerk van Edam aangekocht door de doopsgezinde kerk te Westzaan. Kas, lade, mechaniek en windvoorziening bleven gaaf bewaard; van het pijpwerk is helaas veel in later tijd vervangen.

In 1908 werd in de hervormde kapel van Zaandam (thans Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt) door L. van Dam en Zn. een orgel geplaatst dat uit de hervormde kerk van Midden-Beemster afkomstig was. Op deze wijze kwam de Amsterdamse orgelmaker Strumphler toch in de Zaanstreek; front, kas alsmede enig pijpwerk werden door hem gemaakt in 1784. Voor het overige is het meeste binnenwerk van Flaes.

Door de gereformeerde kerk aan de Stationsstraat te Zaandam werd in 1887 een oud orgel aangekocht. Het werd door Franssen uit Roermond geleverd en het is niet onmogelijk dat deze firma het orgel ook maakte, rond 1830. Het orgel is vele malen omgewerkt (voor het laatst nog in de jaren '80). maar bevat nog vrij veel mooi historisch materiaal.

In de doopsgezinde kerk te Krommenie bevindt zich achter een front van P. Teves (1830) een fraai orgeltje van J. Strumphler, afkomstig uit de hervormde kerk van Tweede Exloërmond.

Het uit 1853 daterende Van den Brink-orgel uit de St. Anthoniuskerk van Haarlem, aangekocht door de hervormde kerk van Koog in 1911. ging in 1920 door brand verloren. Het front werd weliswaar hersteld, maar het binnenwerk werd door Flentrop in 1923 geheel vervangen.

In een enkel geval heeft de Zaanstreek ook wel als doorgangshuis voor orgels gefungeerd. Zo werd het in 1858 in St. Nikolaasga gefabriceerde Adema-orgel in 1928 door de hervormde kerk van Oost-Knollendam aangekocht. Na sluiting van deze kerk in 1966 vond het orgel een nieuwe bestemming in Terneuzen.

Jan Pasveer (Auteur maakte dankbaar gebruik van een artikel dat Jan Jongepier schreef voor het blad 'De Orgelvriend' en gebruikte voorts gegevens van Cor Kroonenberg.)

< >