(Arnhem 1836-1909). Nederlands hervormd predikant te Wormerveer, in 1879 door de liberale kiesvereniging in de Zaanstreek kandidaat gesteld voor de Tweede Kamer en ook als zodanig gekozen.
In 1883 probeerde De Meyier tot oprichting te komen van een algemeen pensioenfonds van de Zaanstreek, waarvan hij voorzitter werd. Ondanks de goede bedoelingen en vrij brede steun van ondernemerskant. kwam het door hem beoogde fonds niet goed van de grond. De tijd was blijkbaar nog niet rijp voor zulke initiatieven. De Meyier's kamerlidmaatschap bracht hem ook teleurstelling, al had hij deze aan eigen onhandigheid te wijten. In 1894 amendeerde hij een wetsvoorstel inzake de uitbreiding van het kiesrecht. Zijn amendement werd aangenomen, maar was voor de regering onaanvaardbaar.
Het gevolg was dat koningin-regentes Emma de kamer ontbond. Dit was het laatste wat De Meyier wenste. Hij werd overladen met verwijten en trok zich dit zo aan dat zijn geestelijke gezondheid knakte. ‘De Meyier is te braaf voor de politiek'. oordeelde een bekende geestverwant, de staatsman Van Houten, over hem.
