Voormalige rijstpellerij aan de Oostzijde te Zaandam, zie ➝ pellerijen. De firma Kamphuys was gevestigd in de zeer uitgebreide fabriek ‘De Phenix’, met de naastliggende pakhuizen ‘Zaandam’, ‘Czaar Peter’ en ‘Nederland', alle aan de Achterzaan gelegen.
In de jaren vóór de Eerste Wereldoorlog was pellerij De Phenix de grootste van de toen zeer belangrijke rijstverwerkende bedrijven, met omvangrijke export naar Engeland, Amerika, Frankrijk, Rusland en overig oostelijk Europa. Cornelis Kamphuys vestigde in 1853 in Zaandam een grossierderij. In 1865 kocht hij pelmolen De Jonge ➝ Kuiper in Koog en vier jaar later De ➝Walvis aldaar. Na het verbranden van molen De Jonge Kuiper (1874) bouwde hij een stoomrijstpellerij van die naam. Deze brandde in 1879 af en werd onder de naam De Phenix (uit de as herrezen) herbouwd. Cornelis dreef de zaken met zijn broers Gerrit en Martinus.
Zij waren van eenvoudige afkomst (hun moeder, een weduwe, dreef omstreeks 1840 een kleine kruidenierswinkel), maar de broers waren zeer capabel en breidden de zaken voortdurend uit. Zij hadden geen kinderen die het bedrijf konden voortzetten en betrokken een neef, H.A. van Odyck, bij het bedrijf. Onder zijn directie bereikte De Phenix de grootste bloei. In 1905 verwerkte de pellerij 21.327 ton rijst, vijf jaar later 77.751 ton, bijna een kwart van de totale Nederlandse rijstverwerking. Met de 80.000 ton die in 1912 werden bereikt verwerkte Kamphuys tien procent van de rijstexport van Birma.In de Eerste Wereldoorlog begon Van Odyck met de cacaofabricage in een oude molen; aan het Noordzeekanaal, bij het Barndegat, bouwde hij de grote meelfabriek ‘De ➝ Vrede’. Daarna begon hij een veevoederfabriekje in een voormalige stoomverfhoutfabriek. Zoals bekend ging het met de rijstpellerijen na de Eerste Wereldoorlog snel bergafwaarts doordat de veredeling in de produktielanden ter hand was genomen.
Cornelis Kamphuys werd in 1885 in de gemeenteraad van Zaandam gekozen, als eerste rooms-katholiek. Hij zou ongeveer 25 jaar deel blijven uitmaken van deze raad.