Voormalige spoorbrug over het Noordzeekanaal, tussen Zaandam en Amsterdam. Er zijn twee Hembruggen geweest.
De eerste werd gebouwd in 1878, nadat de aanleg al in 1867 in een overeenkomst was vastgelegd. Amsterdam heeft echter langdurig geprobeerd de bouw tegen te houden met het oog op de verwachte belemmering van het scheepvaartverkeer. De stad wenste een veel oostelijker spoorwegverbinding, die over het Noordhollands Kanaal en de Voorzaan zou moeten aansluiten op de bestaande lijn Zaandam-Uitgeest. Daardoor zou de Zaandamse haven geblokkeerd worden, reden waarom de Zaankanters fel tegen de Amsterdamse plannen van leer trokken. Toen de eerste (lage) Hembrug eenmaal klaar was, heeft de stad Amsterdam, gesteund door haar Kamer van Koophandel, nog verschillende malen geprobeerd deze vaste oeververbinding te laten verdwijnen. De protesten uit de Zaanstreek legden misschien minder gewicht in de schaal dan de opvatting van het ministerie van defensie (waterlinie!) dat de eenmaal aangelegde brug moest blijven.Deze eerste Hembrug, een draaibrug, stond het grootste deel van de tijd open voor de scheepvaart. Er reed dan ook niet vaker dan eens in de 3 ½ à 4 uur een trein over. Dat was voor de Nederlandse Spoorwegen een sterk argument om de wens tot vervanging door een hogere en bredere brug tegen te houden. Toch kwam die tweede Hembrug er.
In 1906 werd de nieuwe Hembrug opgeleverd. Het was toen de grootste draaibrug van Europa. De overspanning van wal tot wal, aansluitend op hoge spoordijken, bedroeg ongeveer 240 meter. Deze brug bleef niet open staan, maar draaide alleen als een schip moest worden doorgelaten. Met de spoorbrug in Velsen was de Hembrug zeer lang de enige vaste oeververbinding met Noord-Holland beneden het Noordzeekanaal. Dat werd ook beseft door de Duitse bezetting, die de brug met een springlading in een van de pijlers ondermijnde. Het was een huzarenstukje van enkele leden van het verzet om, onder water zwemmend, deze springlading te bereiken en onklaar te maken.
Na de oorlog werd het aantal oeververbindingen voor het wegverkeer uitgebreid door aanleg van Velser-, IJ- en Coentunnel, alsmede Schellingwouderbrug. Men begon toen ook serieus te denken aan ondertunneling ten behoeve van het treinverkeer, met het gevolg dat in 1983 de bouw van de ➝ Hemspoortunnel ter hand werd genomen. Nadat deze gereed was is de Hembrug gesloopt. Een onderdeel van de brug is als blijvende herinnering voor het (nieuw gebouwde) NS-station in Zaandam geplaatst. Kleine ‘stukjes Hembrug’ vonden hun bestemming naar particulieren en hebben nu de nooit vermoede bestemming als presse-papier gekregen.