Ambachtslieden die, voornamelijk in Krommenie, de in de hennepkloppers gebeukte vezels hekelden (‘over de hekel haalden’), dat wil zeggen kamden, opdat ze geschikt werden om te worden gesponnen. Zie: ➝ Zeildoekweverij.
Zie ook: ➝ Economische geschiedenis 2.5.1.