Aanduiding van een rechtsgebied in de landsheerlijke periode (10e-16e eeuw), toen de Hollandse graven landrechten in handen gaven van ‘heren’, in feite schout en schepenen. Zij oefenden namens de grafelijkheid het overheidsgezag uit.
Bij het trefwoord ➝ Bestuur en rechtspraak is behandeld wat van de heerlijkheid Zaanden, de hoge heerlijkheid Assendelft enzovoort bekend bleef, zie aldaar 1.1.4. t/m 2.4.3.