Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Gepubliceerd op 02-10-2020

Dood, Jan Jansz. de

betekenis & definitie

In de 17e eeuw een smid te Jisp die vermaardheid kreeg door zichzelf operatief van een niersteen te bevrijden. Zowel Van Ollefen (‘De Nederlandsche Stad- en Dorpsbeschrijver’, 1696) als Jan Wagenaar (‘Beschrijving van Amsterdam’, 1760-1768) achtten dit zo bijzonder dat ze het in hun geschiedschrijving vermeldden.

Wagenaar’s tekst luidt: ‘Jan Jansz. de Dood was sedert geruime tijd deerlijk door den steen gekweld. Op den 7 april 1651 nam hij het besluit zich zelven te redden. Terwijl zijn vrouw naar de vischmarkt was, slijpt hij een broodmes, snijdt op de plaats waar hij pijn gevoelde en perst den steen uit de opening. Hierna zendt hij om een heelmeester, dien hij toont wat hij gedaan heeft en beveelt hem de wonde te heelen. De steen, welke volgens sommigen de grootte van een henneëi had en 8 lood zwaar was, werd sedert in zilver gevat en dikwijls met verwondering door ingezetenen en vreemden beschouwd.'Dood, de. Houtzaagmolen te Koog, paltrok. De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in februari 1725. Hij heeft gestaan ten noorden van het Breedweer, aan en ten oosten van de Dors, en werd afgebroken in 1741. Mogelijk is hij naar Zoeterwoude overgebracht.

Dood, de. Houtzaagmolen te Westzaandam, paltrok.

De windbrief van de wagenschotzager werd gegeven in juli 1645. De molen heeft vermoedelijk gestaan nabij het tegenwoordige NS-station, en wordt na 1760 niet meer vermeld.

Dood, de. Oliemolen te Oostzaandam.

De eerste vermelding dateert uit maart 1681. Hij heeft gestaan aan en ten zuiden van de Braakdijk, en werd in november 1915 door brand verwoest. De laatste jaren van zijn bestaan werd hij gebruikt voor het fijn malen van koffiedoppen en het verwerken van cacao-afval.

Dood, de Bleeke. Meelmolen te Zaandijk, eigendom van Vereniging de Zaansche Molen. De windbrief werd gegeven in september 1656. Beginnende branden in januari 1911 en in juni 1922 werden tijdig geblust. In 1931 werd een elektromotor in de molen geplaatst en werden de roeden verwijderd; drie jaar later volgde de volledige onttakeling. In 1950 werd de meelmolen eigendom van Vereniging de ➝ Zaansche Molen, die hem in 1956 geheel liet restaureren.

De achtkante bovenkruier met stelling heeft ijzeren roeden met een vlucht van 22,5 meter. Hij staat aan weg en Zaan, zuidelijk van de Julianabrug.

< >