(ook Martinus Duncanus genoemd, Kempen 1505-Amersfoort 1593). Rooms katholiek geestelijke, pastoor en rector van de Latijnse school in Wormer van 1541 tot 1558, daarna benoemd tot pastoor in Delft.
Maarten Donk kwam naar Wormer toen de tegenstelling tussen roomsen en dopersen een trieste climax had bereikt. De doopsgezinden werden vervolgd en maar al te vaak ter dood gebracht. In Waterland was het aantal doopsgezinden niettemin groot, het groeide zelfs. Dat Donk de hand heeft gehad in de vervolgingen staat voor velen vast. Duidelijk is wel dat hij door de hervormden werd gehaat; bij zijn komst werd hij met stenen ontvangen. Men kan hem op z’n minst een omstreden figuur noemen, zeker is dat hij het bijzonder zwaar heeft gehad in de hem vijandige omgeving.
Tijdens zijn jaren in Wormer bracht hij de Latijnse school tot bloei. De leerlingen kwamen van heinde en verre, in sommige jaren waren zij uit meer dan veertig gemeenten afkomstig. Curieus is dat deze school later nog onder hervormde leiding is voortgezet. Zie: ➝ Doopsgezinden 2.
Een omstreden figuur dus, enerzijds beticht van mennistenhaat en verdacht van een wrede rol bij de geloofsvervolging, anderzijds door de katholieken op handen gedragen.
Nog in 1958 liet een uitgever een tweedelig boek verschijnen (P. Noordeloos: Pastoor Maarten Donk, Utrecht-Brussel) waaruit bijna overdreven aandoende verering spreekt.
In Wormer werd een school (Maarten Donck-mavo) naar Duncanus vernoemd. In deze school is een ruimte voorzien van theater-accommodatie, er worden regelmatig voorstellingen gegeven voor de bevolking van Wormer.