In de Tweede Wereldoorlog overal in ons land, dus ook in de Zaanstreek, door de gemeenten ingestelde diensten, die voor de verschaffing van warme maaltijden aan de bevolking zorgden. Deze maaltijden bestonden doorgaans uit stamppot; ze werden centraal gekookt en in gamellen naar verschillende distributiepunten gebracht.
De gebruikers moesten er hun (aardappel-)distributiebonnen voor inleveren en een relatief lage vergoeding betalen. De centrale keuken in Zaandam werd reeds eind mei 1941 ingericht, er werd een speciaal gebouwtje voor neergezet op de Burcht. De kosten per maaltijd bedroegen toen 25 cent, 13 cent voor de sociaal gesteunden. De tarieven in andere Zaanse gemeenten waren daarmee vergelijkbaar. In 1941 maakte 20 procent van de bevolking gebruik van de centrale keuken, doordat de oorlogsomstandigheden het voedsel steeds schaarser maakten steeg dit percentage voortdurend. Hoewel de kwaliteit van het gaarkeuken-eten vooral in de hongerwinter veel kritiek kreeg, mag aangenomen worden dat door de centrale keukens velen in leven konden blijven.Ook in de Eerste Wereldoorlog waren er al gaarkeukens ingericht en zelfs in de laatste jaren van de Franse tijd was centrale voedselvervaardiging ingesteld, ook in de Zaangemeenten.