Gron.: Zuurdiek.
Dorp in de gemeente De Marne tussen Leens en het Reitdiep. In 1726-1729 liet Onno Alberda van Nijenstein het Oude Zuurdijkster Uiterdijk van 354 ha aan het Reitdiep inpolderen. In 1772 kocht M.A. Teenstra de boerderij die van Alberda was geweest; de familie Teenstra zorgde voor enkele latere inpolderingen. In 1805 volgde het Nieuwe Zuurdijkster Uiterdijk van 30 ha en in 1819 de Torringapolder van 43 ha. Men spreekt ook van de Oude en Nieuwe Zuurdijkster Polder. De Zuiderdijk zal de dijk geweest zijn van de Marne tegen het Reitdiep, de oude Hunze, of een oude veendijk uit de tijd vóór het ontstaan van de Lauwerszee.
De hervormde kerk dateert uit de 13de eeuw. De toren is van 1798. Hierin hangt een klok uit 1482, gegoten door Herman to der Gans. Kerk en toren zijn in 1879 uitwendig gepleisterd. Het interieur bevat banken uit 1833, een avondmaalstafel uit 1838 en een preekstoel uit 1849. Op de torenspits (1831) troont een zeemeerman als windwijzer.
In en rond de kerk zijn bezienswaardige graf- en gedenkstenen. Windmolen ‘De Zwaluw’ stamt uit 1858.
In de Middeleeuwen Sutherdicke = Zuiderdijk.
Lit.: IJ. Botke, ‘Die onder dezen grafzerk ligt. Graf- en gedenkstenen in en om de kerk van Zuurdijk’, Groninger Kerken 13 (1996) 109-122; S. Kuipers en C. Elshout, Zuurdijk 700; een herinnering (Bedum 1989): IJ. Botke, ‘Het ‘Schrijf-Boek’ van Marten Aedsges (1742-1806)’, Historia Agriculturae XVII (Groningen 1988); F.A.W. Noordhuisvan 't Land, In Zuurdijk, daar stond een school (Leens 1985):
J.S. van Weerden, Zuurdiek, mien dörpke (Groningen 1966).