(ca. 1450-1527)
Ook: Geert, Ghert, Gherardus de Wou. Belangrijkste middeleeuwse Nederlandse klokken- en geschutgieter. Vermoedelijk geboren in Nijmegen als zoon van een klokkengieter. Na een leertijd in ’s-Hertogenbosch vestigde hij zich omstreeks 1480 in Kampen. Om zijn meesterlijke gietkunst was hij tot ver in Duitsland beroemd. Vooral om zijn vermogen klokken zo te gieten, dat zij in vorm en klank ‘accorderen’ en zo een diatonisch gelui opleveren.
Genoemd moeten worden de ‘Gloriosa’-klok in Erfurt (1497) en het dertien-gelui (1505) voor de Dom in Utrecht. Rond 1500 leverde hij veel geschut aan de stad Groningen en in de benarde jaren daarna fungeerde hij als geldschieter voor deze stad. Na 1507 werkte hij meestal samen met zijn stiefzoon Johan Schoonenborch. Het klokkengietersbedrijf werd na zijn dood voortgezet door zijn zoon Geert van Wou jr. Voor de toren van de Der Aa-kerk in Groningen leverde Van Wou in 1501 drie klokken. Eén daarvan verzeilde in Borger en werd in 1937 hergoten.
De andere hangen thans in 't Zandt (∅ 135 cm) en in Kloosterburen (∅ 113 cm). Ook in Zeerijp (1502) en in Baflo (1502) bevinden zich klokken van de meester. De Van Wou-klok te Loppersum is gegoten in 1548 door Geert jr.
Lit.: C.N. Fehrmann, De Kamper klokgieters, hun naaste verwanten en leerlingen (Kampen 1967); S. van Geuns en A. Rots, ‘Het laat-middeleeuwse gelui van de Der Aa-kerk in Groningen’, Groninger Kerken 14 (1997) 127-131.