Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Wirdum

betekenis & definitie

Wierdedorp in de gemeente Loppersum aan de Wirdumerweg, lopend van Loppersum naar Wirdumerdraai. Ten Z. van het dorp loopt het Wirdumermaar pal ten O. van die weg naar het Damsterdiep.

De romaanse hervormde kerk dateert uit de 13de eeuw. De toren (rond 1200) is in 1878 afgebroken. In de dakruiter hangt een door Wilhelmus Jacobus de Vrij gegoten klok (1639). Het interieur bevat een preekstoel uit omstreeks 1650, een herenbank (1644), delen van banken uit de 17de-18de eeuw, een avondmaalstafel (17de eeuw) en een orgel uit 1879, gebouwd door de firma Van Oeckelen. Fragmenten van schilderingen en een zandstenen grafdeksel dateren uit de 13de eeuw. In het koor liggen verscheidene grafzerken sinds 1551, onder meer van de families Froma en Van Halsema. De pastorie (1887) is gebouwd naar ontwerp van O. de Leeuw Wieland.

Ten Z.O. van Wirdum ligt aan het Damsterdiep de borg Rusthoven (1686), een zogenaamde tichelborg, gelegen bij een steenfabriek. Verder lagen bij Wirdum Fromaborg, in 1866 verkleind tot een boerenwoning (nu gesloopt) en in Eekwerd het Bolhuis. Waterrecreatie op het diep.

In de Middeleeuwen UUrthun, UUirthion, Wirdum = op de wierde.

Schimpnaam voor de inwoners: Kouketers.

Lit.: Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 495-492; Fotoboek Loppersum, Garrelsweer, Wirdum (Bedum 1984); H. Halbertsma, Oudheidkundig onderzoek in de Ned. Herv. kerk te Wirdum (Groningen 1963); B. van der Veen Czn., ‘De borg Rusthoven onder Wirdum en de geslachten die daarop hebben gewoond’, GVA 1926, 139-175; J. Vinhuizen, ‘Fromaborg te Wirdum’, Groningen 1925, 81-88.

< >