Medicus. Promoveerde op 22 december 1478 te Ferrara tot doctor in de medicijnen (Agricola als paranimf).
Vrijling was getuige bij het opmaken van het testament van Rudolf Rint, een geestelijke verbonden aan de Sint-Maartenskerk, die daar o.a. een altaar stichtte voor Cosmas en Damianus, de beschermheiligen van de artsen. Hij werd in 1496 stadsdokter genoemd en was lid van de Aduarder kring.Lit.: F.G. Huisman, Stadsbelang en standsbesef. Gezondheidszorg en medisch beroep in Groningen 1500-1730 (Rotterdam 1992).
