Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Vries, hendrik de

betekenis & definitie

(Groningen 1896 - Haren 1989) Een van de belangrijkste Nederlandse dichters van de 20ste eeuw. De Vries kreeg verschillende prijzen, waaronder de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs in 1948, de Constantijn Huygensprijs in 1962 en de P.C.

Hooftprijs in 1976. In 1966 werd hij benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau.Hendrik de Vries toonde al op jonge leeftijd interesse voor de poëzie, met name voor die van joost van den Vondel en Willem Bilderdijk. In 1917 verscheen Het gat in Mars en het Milagrat, een bundeltje dat hij in eigen beheer had uitgegeven. Een jaar later werd hij aangesteld als schrijver op het pas opgerichte Gemeentearchief, waar hij tot 1947 werkzaam bleef. In 1920 verscheen zijn eerste ‘officiële’ bundel De nacht, die evenals de volgende bundel Vlamrood uit 1922 vooral visionaire poëzie bevat. Vanaf 1924 werkte hij regelmatig mee aan diverse literaire tijdschriften, zoals De Vrije Bladen en Critisch Bulletin. In latere bundels (zoals de verzamelbundel Nergal uit 1937) combineerde hij een complex van psychologische symbolen met een soms luguber en demonisch bijgeloof.

Na de oorlog werd de toon in zijn gedichten lichter en schreef hij eveneens veel kritieken, beschouwingen en polemieken op het gebied van letterkunde en beeldende kunst. In 1980 verscheen Kritiek als Credo, een bloemlezing uit zijn verzamelde kritieken. De bundel Verzamelde Gedichten verscheen in 1993.

Behalve met de poëzie hield De Vries zich ook bezig met schilder- en tekenkunst en was hij bevriend met Groninger beeldend kunstenaars. Al werd De Vries als dichter veel bekender, zelf achtte hij zijn beeldende oeuvre gelijkwaardig aan zijn poëzie. Inhoudelijk houden beide facetten van zijn scheppen overduidelijk verband met elkaar. De Vries tekende en schilderde vooral demonische figuren en visionaire steden in een expressionistische stijl. In 1929 werd hij aangenomen als lid van de Groninger kunstenaarsvereniging De Ploeg, waarna hij regelmatig werk exposeerde. Ook schreef hij de inleiding voor twee Ploeg-calatogi bij tentoonstellingen die in 1930 werden gehouden.

Daarnaast publiceerde hij regelmatig gedichten in verschillende Ploeg-uitgaven. Voor de uitgave De Ploeg 20 jaar uit 1938 schreef hij het artikel 'Schilderkunst in Groningen’.

Zie ook Hendrik de Vriesprijs en -stipendium.

[Moerman]

Lit.: Hendrik de Vries. Dichter, schilder, tekenaar (Groningen 1986); 't Geheimste is geheim gebleven. Hendrik de Vries 1896-1989 (Groningen 1996): W.R.H. Koops, Hendrik de Vries geportretteerd door leden van de Ploeg (’s-Gravenhage 1996): J. van der Vegt, Hendrik de Vries (1896-1989), een biografische schets (Baarn 1996).

< >