Reeks wierden tussen de wierde Leens en de borg Verhildersum. Ontstaan op de hoge kwelderrug die zich uitstrekt van Wehe-Den Hoorn naar Ulrum en Vierhuizen.
De vroegste bewoning in deze reeks dateert uit de Romeinse tijd en verspreidde zich vanuit de omgeving van Vierhuizen in het westen naar het oosten. In 1939 is de westelijke Tuinster Wierde tijdens een afgraving gedeeltelijke onderzocht, waarbij sporen van boerderijen met bijgebouwen en waterputten werden aangetroffen. Uit de vondsten blijkt dat de eerste bewoners zich hier in de 9de eeuw hebben gevestigd en dat de wierde in verschillende periodes is opgehoogd. De boerderijen hadden wanden van gestapelde zoden en rijen palen voor de gebinten. Sommige werden enige keren na ophoging op dezelfde plaats herbouwd. De kleinste bijgebouwen waren hutten met een verdiepte, ingegraven vloer en ook een wand van gestapelde zoden.
In dergelijke hutten werden onder meer weefgetouwen ondergebracht. De oostelijke Tuinster Wierde is onaangetast.Lit.: A.E. van Giffen, Een systematisch onderzoek in een der Tuinster Wierden te Leens, Twintigste tot en met vier en twintigste jaarverslag van de Vereniging voor Terpenonderzoek (Groningen 1940) 26-115.
