(Amsterdam 1860 - Groningen 1932)
Naaister, vakbondsvrouw en voorvechtster van het vrouwenkiesrecht. Dochter van Jacob Marcus Vos en Schoontje Jacob Fransman. Zij was evenals haar echtgenoot,
M.G. Stel, actief in de SDAP, en na de breuk in 1909 in de SDP en CPN. Voor laatstgenoemde partijen trok zij als propagandiste door Oost-Groningen. Zij was voor de CPN lid van de Provinciale Staten van Groningen (1919-1927). R. Stel-Vos was in 1897 oprichter en vervolgens voorzitter van de eerste vakbond voor vrouwen, de naaistersbond ‘Allen Een’.
Lit.: A. Meilink, ‘Roosje Vos (1860-1932)’, Mededelingenblad. Orgaan van de Nederlandse Vereniging tot beoefening van de Sociale Geschiedenis, november 1974, nr. 46, 75-87; A.F. Meilink, ‘Vos, Roosje' in: Biografisch woordenboek van het socialisme en de arbeidersbeweging in Nederland I (Amsterdam 1986) 144-146.