1. De middeleeuwse weg van Groningen naar Oost-Friesland en Bremen.
Nu nog aanwezig tussen de stadswijken Oosterhoogebrug en Ulgersmaborg-Zuid, vervolgens te Noorddijk en Garmerwolde tot Ten Boer als een deels onverharde kleiweg met fietspad, daarna door Ten Boer tot Kroddeburen als verharde weg en vanhier tot Winneweer en Mudaheert wederom als kleiweg. Bij de Muudsterdraai loopt de Stadsweg over het Damsterdiep en blijft hij aan de zuidzijde van dit water lopen door de plaatsen Garrelsweer, Wirdumerdraai, Eekwerderdraai en Appingedam. Vroeger liep de Stadsweg ook door Farmsum tot Oterdum; hier was een veer op Knock aan de overzijde van de Eems. In Oost-Friesland heeft deze route haar voortzetting in de Conrebbersweg ten N.W. van Emden. Volgens de overlevering sprong bij Oterdum de Friese koning Redbad, naar wie deze weg zou zijn genoemd, met zijn paard over de Eems, om zijn reis te vervolgen. De tegenwoordige rijksweg langs de noordzijde van het Damsterdiep is pas in 1650 aangelegd als trekpad en in de 19de eeuw verbreed.
De ‘nieuwste stadsweg’ is de huidige rijksweg N41. Het gezegde zo óld as Stadsweg heeft dus een goede grond.2. Weg van Onderdendam naar Bedum, niet langs het Boterdiep maar enkele honderden meters ten W. ervan.
3. Weg van Lauwerzijl door de Nieuwe Ruigezandsterpolder tot de Nittersweg richting Zoutkamp.