Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Slacht

betekenis & definitie

In de maand november (slachtmaand) kwam de huisslachter bij de boer thuis om het vetgemeste varken te slachten. De slacht vond plaats op een omgekeerde bodde (slee met een bak erop), waarna het varken aan een kromstok aan een ladder werd gehangen.

In een koele ruimte moest daarop het vlees een nacht besterven, ’s Avonds was het slachtvisite. De buren kwamen, onder het genot van enkele glazen brandewijn of jenever, vet- of spekprijzen, het gewicht van het varken raden. De volgende dag vond het afslachten plaats, waarbij de verschillende delen (spek, hammen en vlees) werden gescheiden. De hammen en schouders, hakjes en metworsten werden in de schoorsteen gerookt en kwamen daarna aan de zolder in de wiem te hangen; de zijden spek en de haalve swienskoppen werden gewoonlijk daar meteen al opgehangen. Zo tegen april, als al het vlees en spek droog was, kwam het in een spekkist op zolder.Lit.: Ter Laan, Volksleven II, 145; D. van der Heide, De taal van oude ambachten (Bedum 1995) 19-25.

< >