(Hoogstraten ca. 1550 - Groningen 1581)
Stadhouder van Stad en Lande, 1576/7-1581. Zoon van Philippe van Lalaing-Hoogstraten en Anna van Rennenberg. In 1576 vervingen de opstandige Staten-Generaal de koningsgezinde Caspar de Robles door de katholieke graaf van Rennenberg. In Staatse dienst veroverde hij Kampen en Deventer. Evenals de Ommelanden ondertekende hij de Unie van Utrecht (1579). Ook hij raakte meteen verstrikt in de twisten tussen Stad en Lande.
Via moederskant had Rennenberg familiebanden in de Ommelanden, met als gevolg wantrouwen jegens zijn persoon in de stad. Gestimuleerd door zijn Henegouwse familie koos hij in maart 1580 niettemin de landsheerlijke kant, hierbij gesteund door een aanzienlijk deel van de Groninger burgerij. Niet alleen vele protestanten verlieten hierdoor de stad, ook de Ommelanden raakten van hem vervreemd. Landvoogd Parma beloonde Rennenbergs keuze door hem in het stadhouderschap te continueren. In oudere literatuur is zijn overgang getypeerd als verraad. Het Noordoosten had vervolgens veertien jaar te kampen met oorlog.
Rennenberg zorgde voor de verovering van Delfzijl, Coevorden en Oldenzaal, maar zijn belegeringen van Dokkum en Steenwijk mislukten. Kort daarop is hij overleden. Zijn opvolger werd de aanvankelijk succesvolle Francisco Verdugo. In 1894 werd het derde eeuwfeest van de Reductie opgeluisterd met een opvoering van een drama over Rennenberg door de Groninger rederijkerskamer 'Corbulo'.
Lit.: F.U. Ros, Rennenberg en de Groningse malcontenten (Assen 1964); P.Th.F.M. Boekholt e.a. (red.), Rondom de Reductie (Assen 1994).