Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Mulder, jan

betekenis & definitie

(Bellingwolde 1945)

Voetballer, schrijver, columnist. Groeide op bij het Winschoter WVV, waar hij zich onder leiding van Engel Wubs ontpopte tot een buitengewoon productieve midvoor. Hij ging in 1964 voor 100.000 gulden en een MG-B (sportauto) naar Anderlecht. Hij scoorde voor de Belgische club 141 keer uit 192 wedstrijden. Hij won met deze club vijf landstitels en twee nationale bekers. Op 6 april 1967 maakte hij zijn debuut in het Nederlands elftal, in een wedstrijd tegen Oost-Duitsland.

Het werd een gedenkwaardig debuut in een nadien veelbesproken wedstrijd. Mulder was een van de uitblinkers, scoorde ook, maar door het jammerlijke falen van doelman Tonnie van Leeuwen ging de wedstrijd met 4-3 verloren. Uiteindelijk zou Mulder, ondanks zijn veelbelovende eerste interland, nog slechts viermaal het Oranjeshirt dragen. Dat had mede te maken met een slopende knieblessure, die hem in 1975 noopte te stoppen. Hij speelde toen bij Ajax, dat hij in 1972 verwisselde voor Anderlecht.

Na zijn loopbaan als voetballer ontpopte Mulder zich als schrijver en columnist. In Diva in Winschoten (1988) beschrijft hij de stad van zijn jeugd. Samen met collega-schrijvers Bart Chabot en Remco Campert trok hij een aantal jaren langs de Nederlandse theaters om eigen werk voor te dragen. Daarnaast publiceerde hij met Campert de ‘CaMu-bundels’, de verzamelde columns die beiden voor de voorpagina van de Volkskrant schreven.

< >