(Vierhuizen, gem. Ulrum 1889 - 's-Gravenhage 1953)
Landbouwdeskundige die, evenals zijn broer Herman, uit een bekend geslacht van Groninger landbouwers stamde. Na zijn studie aan de Landbouwhogeschool te Wageningen werkte hij aanvankelijk als leraar. Van 1919 tot 1936 was hij secretaris-penningmeester van de Overijsselsche Landbouw-Maatschappij. Hij kreeg enkele belangrijke regeringsopdrachten: in 1931 werd hij belast met de uitvoering van de Tarwewet; in 1936 werd Louwes benoemd tot regeringscommissaris voor de akkerbouw en veehouderij. Hij speelde een grote rol in de landbouwcrisispolitiek. Tijdens WOII was hij onder H.M.
Hirschfeld belast met de voedselvoorziening. Na een korte onderbreking oefende hij deze functie sinds 1948 tot zijn dood toe uit.
Lit.: H.M.F. Krips-van der Laan, Praktijk als antwoord: S.L. Louwes en het landbouwcrisisbeleid. Historia Agriculturae 16 (Groningen 1985).