Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Losdorp

betekenis & definitie

Gron.: Lösdörp.

Wierdedorp in de gemeente Delfzijl tussen Spijk, Bierum en Godlinze. Het dorp wordt doorsneden door het Lopstermaar.

De hervormde kerk dateert uit de 13de eeuw. In 1775 is ze verbouwd en van grote rondboogvensters voorzien. De toren is in 1662 gebouwd, in 1775 verbouwd en in 1848 verhoogd. De kerk bezit een gaaf interieur uit 1775 met een rijkgesneden preekstoel (Abraham Bekenkamp) en een avondmaalstafel. Het orgel dateert van 1830 (N.A. Lohman), maar werd in 1922 in belangrijke mate vernieuwd.

Op het kerkhof zijn de graven van dominee N. Westendorp en zijn vrouw.

In Losdorp stond de borg Fraylema, onder anderen bewoond door Berend Schaffer (1595-1648), een van de eerste ingeschrevenen aan de Groninger academie, later nog enige jaren burgemeester van de stad. Fraylema werd in de tweede helft van de 18de eeuw een boerenplaats; in 1890 afgebrand.

In de Middeleeuwen Lestorpe, opgebouwd uit thet lessa thorp = het kleine dorp.. Latere omschrijvingen zijn Lestdorp, Loessdorp en Loesdotp.

Schimpnamen voor de inwoners: Doddels en Katten.

Lit.: O. Dallinga, Bierum: Bierum, Godlinze, Holwierde, Krewerd, Losdorp, Spijk (Bedum 1991); J.B. Bronsema, Bierum, Godlinze, Holwierde, Krewerd, Losdorp en Spijk in oude ansichten (Zaltbommel 1975); J. Bronsema, Bierum in oude ansichten (Zaltbommel 1971); D.H. Ferré Jacobs, Voorheen en thans: oudheidkundige plaatsbeschrijving op kerk- en schoolgebied van de dorpen in den ring Delfzijl (Appingedam 1909; heruitg. Buitenpost 1977); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 234-235.

< >