Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Kropswolde

betekenis & definitie

Gron.: Wolle.

Oudste veenkolonie in de gemeente Hoogezand-Sappemeer ten Z.W. van Hoogezand aan de Woldweg en ten O. van het Zuidlaardermeer. Ten W. van het dorp ligt de Kropswolderbuitenpolder, ten O. de Polder Kropswolde.

Mogelijk was Kropswolde in de Middeleeuwen een bedevaartplaats. Hier stond een Mariabeeld in een kapel op een uithof van het cisterciënzerinnenklooster Essen, ten N. van de parochiekerk van Kropswolde. Gedocumenteerd sinds 1409 toen een aflaat van veertig dagen werd verleend aan gelovigen die de kapel op bepaalde dagen bezochten, maar waarschijnlijk al ouder. Misschien was dit het beeld in Essen waar Caesarius van Heisterbach over sprak.

Nadat vanuit het klooster Essen in de 13de eeuw al verveningsactiviteiten in dit gebied plaatsvonden, werd het veen gedurende de eeuwen erna afgegraven. De daardoor ontstane dalgronden werden voor akkerbouw gebruikt. De kerk is een zaalgebouw uit 1773 met een in 1888 ter vervanging van een vrijstaande klokkentoren gebouwde toren. De Preekstoel (1806) komt uit de afgebroken kerk van Weiwerd.

Korenmolen ‘De Hoop’ (achtkante bovenkruier zonder stelling) uit 1923. Het stationsgebouw aan de spoorlijn Groningen-Nieuweschans is nu een galerie. Voorts bezit Kropswolde een poppenmuseum (Broddelschure) met tevens speelgoed. Jachthaven, zeilbotenverhuur en campings.

Oudtijds onder andere Crepeswalda, Crepeswolda, later Krepswolde en Krobswolde = wold van Gripo, Grimbrecht (mansnaam), of van het het Oudfriese krepel = kreupelhout.

Schimpnaam voor de inwoners: Katten.

Lit.: H. Booy, Van Cruptorix tot Kropswolde. 2000 Jaar geschiedenis van een dorp, zijn bewoners en de kerk (Groningen 1996); J.K. de Cock, ‘Wold’, GVA 1963, 56-64; H.E. Grommers, ‘Wold en Go’, GVA 1961, 85-97.

< >