Gasthuis te Groningen, opgericht in 1858 voor ‘het huisvesten en verzorgen van oude lieden’. De Evangelisch Lutherse Gemeente ontving in 1846 een anonieme schenking van 1000 gulden, op voorwaarde dat zij dit bedrag zou verdubbelen om tot de oprichting van een gasthuis te komen.
Dit deed ze, maar pas in 1856 was het gasthuisfonds groot genoeg (het extra kapitaal was afkomstig uit de collectebus). De anonieme schenker beloofde toen nogmaals 2500 gulden als de kerk bereid was het pand tussen weeshuis en kerk in de Haddingestraat af te staan voor het op te richten gasthuis; verder nam hij nog kosten voor verbouwing en inrichting voor zijn rekening. Het gasthuisreglement werd op 7 mei 1858 bekrachtigd. De anonieme weldoener was inmiddels bekend geworden: het was J.H. Muller (gest. 1857), naar wiens op jeugdige leeftijd overleden dochter het huis en de stichting werden genoemd.