Eeuwenlang betrokken onze voorouders hun drinkwater rechtstreeks van de natuur. Waar op geringe diepte zoet grondwater voorhanden was, groef men putten.
Het regenwater van de daken werd verzameld in tonnen. Het grondwater, noch het regen- en het oppervlaktewater waren naar de huidige maatstaven bacteriologisch betrouwbaar. Men beoordeelde het water op geur, smaak en helderheid, met alle gevolgen van dien. Besmettelijke ziekten verspreidden zich dan ook snel. Tot ver in de 19de eeuw werd ook Groningen regelmatig door cholera-epidemieën geteisterd. Vooral de waterbedrijven hebben hier een einde aan gemaakt door betrouwbaar drinkwater te leveren.
Amsterdam had zijn eerste waterleiding in 1853. De stad Groningen in 1881, Winschoten in 1903 en de rest van de provincie Groningen vanaf 1934.Het huidige Waterbedrijf Groningen ontstond in 1998, toen de Waterleidingmaatschappij voor de provincie Groningen (Waprog) samenging met het Gemeentelijk Waterbedrijf Groningen (GWG). Jaren daarvoor had de Waprog het stadsbedrijf van Winschoten overgenomen (1966).
