Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Driekoningen

betekenis & definitie

Tot ver in de 19de eeuw ‘zongen’ in Groningen op de avond van deze dag (6 januari) nog de kinderen ‘met de ster’. Uitgedost als de wijzen uit het oosten, met kartonnen met zilver- of goudpapier beplakte kronen op, en in de hand een stok met aan het boveneinde een ster maakten ze een bedelommegang langs de huizen om worst of spek te verkrijgen, onder het zingen van het sterrelied (steernlaid): 't Was op een driekoningenavond / En het was op zoon heilige dag, / Dat de heilige Maria Magdalena / Aan de voeten van Jezus lag.

Dit lied bleef geliefd, ook nadat het sterrenzingen opgehouden was. Een ander sterrenlied (Doorschenen drij sterens in 't oosten zo kloar, / Dij schenen drij doagen, drij nachten veurwour) werd in de eerste helft van die eeuw nog door bedelende oude vrouwen als nieuwjaarslied gezongen (nieuwjaar).Lit.: Ter Laan, Volksleven II, 33; P. Groen, 't Grunneger Zangbouk II (Winschoten 1958) 116-117; Teenstra, Kinderleven, 196-197.

< >