(Leeuwarden 1729 - Groningen 1815)
Studeerde theologie in Franeker en Utrecht. Gereformeerd predikant in Oudeschoot (1755), Amersfoort (1756) en Groningen (1758-1788; afgezet), en honorair predikant in Groningen (1795)
In zijn Groninger periode veroorzaakte Brunsveld de Blau conflicten met de universiteit en het stadsbestuur over maatschappelijke vraagstukken. Bekend is hij geworden door zijn felle kritiek op de verbreiding van de leer van het natuurrecht door F.A. van der Marck en diens volgelingen. Als vurig patriot werd hij in 1788 door het stadsbestuur ontslagen wegens zijn openlijke kritiek op de magistraten, die ‘meer hun eigen belangen dienden dan het volk’. Bij de aanvang van de Bataafs-Franse tijd (1795) werd hij in ere hersteld als ‘honorair’ predikant, met de opdracht twintigmaal per jaar te preken en enige catechisaties te geven, dit tegen een salaris van duizend gulden per jaar.
Lit.: Biografisch Lexicon Geschiedenis Nederlands Protestantisme III, 64.