Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Bataafs-franse tijd (1795-1813)

betekenis & definitie

Onder te verdelen in: 1795-1806, Bataafse Republiek (het laatste jaar onder raadpensionaris Schimmel-penninck); 1806-1810, Koninkrijk Holland onder Lodewijk Napoleon; 1810-1813, inlijving bij Frankrijk. De Bataafs-Franse tijd valt grotendeels samen met de Napoleontische tijd (1799-1815) en vormt een moeizame. verwarrende en economisch rampzalige episode in onze geschiedenis.

De ‘Bataafse revolutie’ kreeg geen vaart omdat, toen ze plaatsvond, in Frankrijk het revolutionaire vuur al was gedoofd. De aanvankelijk vrij algemene geestdrift liep uit op een teleurstelling, uiteindelijk berusting en onverschilligheid. De 'revolutionairen’ waren bovendien onderling verdeeld. De federalisten wilden behoud van de gewestelijke zelfstandigheid, terwijl de unitarissen een sterke centralisatie wensten. De moderaten stonden daartussenin. Hervormingen kwamen moeizaam tot stand en waren dikwijls kortstondig van aard.

Verschillende staatsgrepen deden de volksinvloed geleidelijk verdwijnen. Doordat ons land betrokken werd in alle oorlogen van Frankrijk, liepen handel en nijverheid sterk terug. De toenemende Franse druk bevorderde de onderlinge toenadering tussen de partijen. Oranjegezinden waren na ca. 1806 weer politiek welkom.

In Stad en Lande vertegenwoordigden de verenigde burgersociëteiten de unitaristische partij, tegenover de overwegend federalistische bestuurders. Spreekbuis van de unitarissen was de Onverwachte Courier. De unitaristische staatsgreep van januari 1798 maakte een einde aan de provinciale onafhankelijkheid. De maatregel bleef gehandhaafd, ook na een gematigde tegencoup in juni 1798. Stad en Lande werd eerst een onderdeel van het departement van de Eems, onder een zogenaamd ‘Intermediair Administratief Bestuur’ in Leeuwarden. Na 1801 ontstond, met de oude gewestelijke grenzen, op den duur het departement Groningen.

Landdrost, vanaf 1811 prefect, werd H.L. Wichers. In 1811 werd Groningen met Drenthe en het aangrenzend gebied tot de Eems, het departement van de Westereems.

In november 1813 werd ons land bevrijd door de anti-Franse coalitie. Vanuit Winschoten werden de eerste contacten met de geallieerden gemaakt. Op 15 november kregen deze in Groningen overigens een lauwe ontvangst. Op 23 mei 1814 viel Delfzijl als laatste Franse bolwerk in ons land.

Grote verliezer van de Bataafs-Franse tijd was de stad Groningen. De opheffing van de stedelijke jurisdicties en de afschaffing van de stedelijke voorrechten in de Ommelanden maakten een einde aan haar unieke positie van ‘stadsstaat’.

[Van der Meer]

Lit.: W.J. Formsma, ‘Van patriottisme naar liberalisme’ in: W.J. Formsma e.a. (red.), Geschiedenis van Groningen Stad en Land (Groningen 1981-1982) 425-456; P. Brood, e.a. (red.), Homines Novi. De eerste volksvertegenwoordigers van 1795 (Amsterdam 1993); R. van der Woude, ‘“Gelijkheid op krukken”. De Bataafse revolutie in de stad Groningen, 1795-1803', GHJ 1995, 39-63.

< >