S. is het voornaamste middel der arbeiders om de vervulling van bepaalde eischen meestal betrekking hebbend op directe lotsverbetering of afweer van loonsverlaging van de werkgevers af te dwingen. De S. is in de eerste plaats een economisch wapen, waarbij het nadeel, dat aan de tegenpartij door geheel of gedeeltelijk stilleggen, van het bedrijf wordt berokkend, en het eigen uithoudingsvermogen tegenover elkaar worden gesteld.
In verband hiermede is voor S. georganiseerd optreden der arbeiders en een zoo sterk mogelijke algemeene organisatie (zie:Vakbeweging) voorwaarde. Van de tactiek der vakbeweging maakt de S. een belangrijk onderdeel uit, waartoe stakingskassen (strijd- en weerstandskassen) worden gevormd en veelal belangrijke steun, ook van de zijde der niet direct bij de S. betrokken organisaties en individueele arbeiders wordt verleend, daar elke lotsverbetering als een indirecte winst voor de gezamenlijke arbeidersklasse wordt beschouwd en elke gewonnen S. een versterking van haar machtspositie beteekent.
In dit verband worden in sommige gevallen solidariteits-S. toegepast met het doel de werkgevers ook in andere onderdeelen van de betreffende bedrijfstak te verzwakken. Ook kan uitbreiding van de S. worden veroorzaakt door weigering van de arbeiders in andere bedrijven van besmet werk, dat op eenige wijze de onderneming waarin gestaakt wordt ten goede zou komen.
Daarnaast vormen het voorkomen van tewerkstelling van onderkruipers, door posten, en boycot van winkeliers die aan onderkruipers leveren, enz. een deel van de actie. Een S. wordt in de regel, na mislukte onderhandelingen over de betreffende eischen, door de vakvereeniging geproclameerd.
Een buiten de vakbeweging om, spontaan ontstane zgn. wilde S., waarbij de stakers niet door de vakvereeniging worden gesteund, kan later door de vakvereeniging worden erkend en geleid.Een S. kan door de georganiseerde werkgevers met uitsluiting worden beantwoord met het doel door uitbreiding van het aantal arbeiders, dat ondersteuning behoeft, de kassen uit te putten en zoo de weerstand te verzwakken. Een de laatste jaren in Frankrijk en Amerika toegepaste vorm van S. is de sit-down-S., waarbij de arbeiders weigeren het bedrijf te verlaten, hetgeen tewerkstelling van onderkruipers ónmogelijk maakt. Deze vorm van S. is wederrechtelijk, maar geeft, daar verwijdering met geweld groot gevaar voor het bedrij f medebrengt, de arbeiders een sterke machtspositie.
Algemeene S. heeft meestal een politiek karakter, als middel om door verlamming van het geheele economische leven algemeene economische of politieke eischen kracht bij te zetten.
De S. is als strijdmiddel door de openbare meening, en met uitsluiting van ambtenaren en personeel door spoorwegen, en door de wet erkend. De stakers mogen geen werkloozensteun ontvangen, anderzijds verleenen de arbeidsbeurzen geen bemiddeling ten behoeve van de bedrijven waarin wordt gestaakt. Een S. clausule in de leveringsvoorwaarden ontheft den leverancier ingeval van staking van zijn verplichtingen wat betreft de leveringstermijn, enz. Hinderlijk volgen bij posten is strafrechtelijk verboden. Geschillen betreffende de arbeidsverhoudingen van ambtenaren en spoorwegpersoneel worden administratiefrechtelijk geregeld.
S. beteekent maatschappelijk verlies door het verloren gaan van arbeidskracht, persoonlijk verlies voor de arbeiders door derving van loon en voor de werkgevers door derving van rendement van het kapitaal. In verband met niet algemeen zijn van de S. en tewerkstelling van onderkruipers is het aantal verloren arbeidsdagen voor de arbeiders meestal grooter dan voor de ondernemingen.
Ter voorkoming van S. is volgens de Arbeidsgeschillenwet hulp van Rijksbemiddelaars zoowel bij de onderhandelingen, die daartoe aanleiding zouden kunnen geven, als tijdens het conflict, mogelijk (zie: Arbitrage).
In de fascistische landen zijn S. en U. verboden en vindt regeling van geschillen inzake de arbeidsverhouding plaats in het kader der corporatieve ordening (in Duitschland door Treuhänder der Arbeit) . Verloren arbeidsdagen door staking:
voor de ond. voor de werknemers
1926-30 446.100 487.900
1931-35 664.000 707.800
1936 77.400 94.800
1937 32.200 38.800
1938 124.800 136.200
(Zakboek C. B. S.)
Stat.: Statistiek der werkstakingen en uitsluitingen (jaarl.) C. B. S.
Lit.: Arbeitskämpfe, H. d. S.; A. Weber, Der Kampf zwischen Kapital und Arbeit, 6de, 1930.