Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

Wunder

betekenis & definitie

wonder; sein blaues Wunder an etwas sehen, erleben, stom verbaasd ovei iets zijn; er glaubt wunder was getan zu haben, hij meent, dat hij heel wat gedaan heeft; es nimmt mich wunder, 't verwondert mij; das hat Wunder gewirkt, dat heeft een wonderbaarlijke uitwerking gehad.

< >