Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

wetzen

betekenis & definitie

wetten, slijpen; scherpen; das Maul, den Schnabel wetzen, praatjes verkopen; auf den Stühlen wetzen, op de stoelen heen en weer schuiven; die Räder des (gebremsten) Autos wetzten über den Asphalt, de wielen van de (geremde) auto schoven over het asphalt.

< >