Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

vorsetzen

betekenis & definitie

voorzetten, voorleggen; zetten voor, plaatsen in, plaatsen boven; aan ’t hoofd plaatsen; einen einem Amte vorsetzen, iem. een ambt toevertrouwen; die Vorgesetzte Behörde, de hogere autoriteit; ein Vorgesetzter, een meerdere; sich vorsetzen, zich voornemen, besluiten.

< >