Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

Verzug

betekenis & definitie

vertraging, verzuim; troetelkind; verhuizing; es ist Gefahr im Verzug, periculum in mora, uitstel brengt gevaar; bei Verzug mit neuer Adresse zurück, bij verhuizing met nieuw adres terug; einen in Verzug setzen, iem. in gebreke stellen; mit den Zinsen in Verzug geraten, met de rente in ge breke blijven; ohne Verzug, onverwijld; im Verzug sein, ten achter zijn.

< >