Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

verstehen

betekenis & definitie

verstaan; begrijpen, menen, bedoelen; darin versteht er keinen Spaß, in dat opzicht valt niet met hem te spotten; sich verstehen, elkaar begrijpen; sich zu etwas verstehen, zich voor iets bereid verklaren; das versteht sich, dat spreekt van zelf; das versteht sich so, dat moet zo opgevat worden; sich gut verstehen, goed met elkaar overweg kunnen; die Preise verstehen sich in Pranken, de prijzen zijn bedoeld in francs.

< >